Negen Oost-Belgische gemeenten vormen één van de drie autonome gemeenschappen van de deelstaat België: deze gemeenschap telt op dit ogenblik iets meer dan 73 000 inwoners en ze is de kleinste van de drie gemeenschappen.  Het zijn meestal Duitstalige Belgen die zich hier hebben gevestigd , maar er zijn ook Waalse, Vlaamse en buitenlandse medeburgers. 

In het Noorden van de “DG” ligt de dichter bevolkte streek van Eupen met de gemeenten Kelmis, Lontzen en Raeren. Ze is verbonden met de grote verkeersassen. Door de nabijheid van de grootsteden Aken, Luik en Maastricht met hun infrastructurele mogelijkheden en hun perfecte integratie in het Europese verkeersnetwerk is deze streek een vrijwel ideale economische vestigingsplaats.

Ten zuiden van de Hoge Venen ligt de landelijke, meer toeristisch georiënteerde Belgische Eifel met de gemeenten Amel, Büllingen, Burg-Reuland, Bütgenbach en St.Vith. De hout- en bouwnijverheid is dé economische activiteit van deze streek. Via de goede autowegverbindingen zijn de steden Trier, Luik en Aken zeer dichtbij.

Duits is de officiële, school- en gerechtelijke voertaal. De meerderheid van de bevolking spreekt echter eveneens ten minste een van de beide andere landstalen, Frans of Nederlands. Ook Engels is een courante vreemde taal voor de Oost-Belgen die actief zijn in de business.

De Duitstalige gemeenschap van België is met in totaal 854 km2 oppervlakte een heel mooi hoekje van de wereld, niet alleen om er te werken, maar ook om er zich te ontspannen en om te genieten.
Voor 2004 werd ze door de EU als ”Europese streek van het jaar” bestempeld.